HET INNOVATIE PROCES

Wat we bedoelen met 'het Innovatieproces' hangt natuurlijk af van het perspectief van van waaruit we het beschouwen:
- vanuit het perspectief vanuit de Individuele deelnemer aan het proces;
- vanuit het perspectief van het Team dat individuele producten en diensten creëert;
- vanuit het perspectief van de Organisatie die als doel heeft om nieuwe producten
   en/of diensten in de markt te zetten;
- vanuit de optiek van de Markt(en) waarin de producten/diensten om de gunsten
  van de consument zullen concurreren;
- Vanuit het perspectief van de Samenleving, waarin de innovaties (op termijn)
  zelfs mogelijk geaccepteerde standaards zullen kunnen worden.

 

Het perspectief van het individu

Er bestaat een belangrijk verschil tussen een ontdekking, een uitvinding en een innovatie:
Een ontdekking gaat over de erkenning en de eerste herkenning van een fenomeen dat al lang bestaat, maar dat door niemenad eerder begrepen werd. Bijvoorbeeld, hoe Kepler het Helicentrische Systeem wist te beschrijven.

Een uitvinding is iets geheel nieuws tot stand brengen, op basis van nieuwe ideeën en ontwikkeling.
Bijvoorbeeld hoe Edison de gloeilamp uitvond.
Innovatie is de transformatie van creatieve ideeën tot bruikbare toepassingen door het combineren van middelen op een nieuwe wijze en door daarmee waarde te creëren d.m.v. nieuwe of verbeterde producten en/of diensten.

Waar ontdekking of uitvinding het werk kan zijn van de inspanningen van één enkele persoon*) is innovatie vooral een product van nauwe samenwerking tussen meerdere mensen.


*) Zelfs hierover kunnen we in dit geval twijfelen. Het is niet ongebruikelijk dat ontdekkingen simultaan plaatsvinden op verschillende plekken in de wereld. Het concept van multipele ontdekking, waarbij tegelijkertijd verschillende uitvinders dezelfde ontwikkeling realiseren begint steeds meer post te vatten, in tegenstelling tot de traditionele zienswijze - de 'heroic theory' van ontdekkingen en uitvindingen. Zie hierover bijvoorbeeld Malcolm Gladwell's Big Think (2011).

Het FINCODA project, gesponsord door de EU en gerealiseerd in samenwerking tussen een aantal Europese universiteiten en Hogescholen had de missie om innovatief talent vroegtijdig op te sporen.
Het project startte met het ontwikkelen van een comptentiemodel. Zie het figuur rechts.

LDpe heeft dit model gekoippeld aan de LD-Toolbox.
Het Fincoda model laat duidelijk zien dat innovatie niet een solitaire activiteit is.
Er is Teamwork en Networking nodig, met andere woorden Sociale interactie, om succesvol te zijn in Innovatie. De individuele componenten in het model zijn Creativiteit en Kritish denken.
Dit houdt echter geenszins in dat iedereen in het Innovatieproces noodzakelijkerwijs erg creatief en/of kritisch denkend zal moeten zijn.

Het perspectief van het Team

Als we de mogelijkheden van een team nader beschouwen is het overigens niet echt noodzakelijk dat iedereen in het team uitblinker is in creativiteit en kritisch denken. Bovendien, het werken in team verband zal waarschijnlijk bij alle individuele teamleden het creatieve denken stimuleren.
Het innovatieve proces houdt zowel exploratie als synthese in. Ook het interactieproces zelf volgt een bepaald patroon, zoals Nonaka en Takeuchi ons duidelijk maken met hun SECI model (The Knowledge Creating Company, 1995).
De  zgn. impliciete (stilzwijgende) kennis (tacit knowledge) die in de hoofden van mensen zit is soms moeilijk expliciet te krijgen, maar kan van groot belang zijn voor het stimuleren van creatief denken. In de interactie met anderen gebeurt het vaak dat dit soort kennis toch boven tafel komt (ge-expliciteerd / geexternaliseerd wordt). Dit draagt vaak bij aan het innovatieve proces.
Nonaka en Takeuchi beschrijven de verschillende fasen in het interactieproces:
1.Tacit naar Tacit (Socialisatie) -              
Deze dimensie gaat over de sociale interactie waarbij ervaringen worden besproken en tijdens het gesprek soms ook impliciete kennis onder woorden wordt gebracht in de face-to-face gesprekken.
2.Tacit naar Expliciet (Externalisatie) -
Het meer formeel en bewust verwoorden, het op schrift stellen en zelfs publiceren van kennis, en het daarmee mogelijk maken van het includeren van deze kennis door anderen. Schrifelijke communicatie en wetenschappelijk onderzoek werken zo, maar dit gebeurt uiteraard ook veel bij het gezamelijk werken aan een teamopdracht.
3. Expliciet naar Expliciet (Combinatie) -
Het organiseren en interferen van kennis en het combineren van verschillende soorten expliciete kennis, bijvoorbeeld ook bij het bouwen van prototypes en het gezamenlijk bouwen (van systemen en bouwwerken).
4. Expliciet naar Tacit (Internalisatie) -
Het ontvangen, opnemen en toepassen van kennis door individuele deelnemers, en 'learning by doing'; tegelijkertijd wordt de expliciete kennis onderdeel van de eigen kennisbagage en die van de organisatie/het project. Internalisatie is ook het proces van de individuele en collectieve reflectie en het vermogen om verbanden te ontdekken (tussen werkterreinen, specialismen, ideeën en concepten), patronen te herkennen, en betekenis te geven.

Na de Internalisatie start het proces opnieuw op een volgend 'level', vandaar de metafoor van de 'spiraal' van de kenniscreatie.

Innovatie kan ontstaan via sociale interactie, expliciete uitwisseling van kennis en ervaring, learning by doing, internalisatie en het 'levelen' naar een nieuw niveau.

Het perspectief van de organisatie

Verschillende soorten van Innovatie
Voordat we ons concentreren op het thema Innovatio vanuit het perspectief van de Organisatie willen we nog memoreren dat er verschillende soorten Innovative bestaan. De ene soort is mooelijker te realiseren dan de andere. In Bart Bossink's boek noemt hij de volgende soorten innovatie:
Productinnovatie
  Verbetering en vernieuwing van bestaande producten en/of diensten
Procesinnovatie
  Verbetering van voortbrengingsprocessen van de organisatie
Positioneringsinnovatie
  Verbetering en vernieuwing van de plek op positie die de organisatie inneemt in de
  markt en de maarschappij
Paradigma-innovatie
  Verbeteren en vernieuwen van de wijze waarop een organisatie haar bestaansrecht
  organiseert en inkadert

Ontwikkelingsstappen en
Innovatie Vaardigheden


De internationaal algemeen gehanteerde indeling voor het innovatieproces is:
- Ideation
- Project Selection
- Product Development
- Commercialization


Om innovatie op een effectieve manier te organiseren zullen ondernemingen eerst een aantal vaardigheden (capabilities) moeten ontwikkelen. Zie het overzicht van Jaruzelski en Dehoff.
Immers, het proces van innovatie, waarvoor we de term Innovation Management gebruiken, verschilt aanzienlijk van het normaal runnen van 'de busniess as usual'

Innovation Management
Een groot aantal experts over de hele wereld op het gebied van Innovatie werkt samen, in ISO verband met het definiëren van de ISO standaard. Hieraan werken ook tal van lokale instituties, en ook bedrijven mee, waaronder ook LDpe
In February 2020 werden het kader opgezet voor dit standaardiseringsproces: ISO 56000, Innovation management – Fundamentals and vocabulary was issued (klik op het beeld om het press realease te zien).
Eind juli 2022 werd de definitieve versie van deze nieuwe standaard gepubliceerd.

Portfolio management van producten en diensten
Het succes van (bestaande en nieuwe) producten en diensten die een organisatie levert worden vaak bekeken met behulp van de portfolio analyse.
De product portfolio matrix, het uit 1970 stammende concept van Bruce D. Henderson van de Boston Consulting Group is daarvoor een vaak gebruikte methode.
Daarmee besluiten ondernemingen om hun investerings-budget te alloceren. Ook gaat het daarbij over brand marketing, product management en markt-strategisch management.

Business Model Generation
Voorafgaand aan de introductie van nieuwe producten en diensten is het noodzakelijk om alle facetten door te denken en te plannen van het het nieuwe business- en verdienmodel.
Het handboek voor Business Model Generation (2010), geschreven door 
Alexander Osterwalder & Yves Pigneur is de laatste jaren erg populair geworden. Het bestaat o.a. uit een uigebreide checklist die helpt om het procdes tot redelijke diepgang te doorgronden, ontwerpen en implementeren

Het perspectief van de markt(en)

De theorie van Innovation Adoption and Diffusion probeert te verklaren hoe, waarom en in welke mate nieuwe ideeën en technologie zich uitbreiden.
Everett Rogers, professor communication studies, wist de theorie te populariseren in zijn boek Diffusion of Innovations; dit boek werd gepubliceerd in 1962 en de 5e editie kwam uit in 2003.
Rogers beschrijft het proces van Diffusion als het proces waardoor een innovatie over de tijd gezien bekend wordt onder de deelnemers aan een sociaal systeem. 

Rogers beweert dat vier hoofdelementen deze ontwikkeling beïnvloeden: de innovatie zelf, de communicatiekanalen, de tijd en het sociale systeem.
De innovatie dient wijd geadopteerd te worden om overeind te kunnen blijven in competitie met andere alternatieven. Bij de groei van het adoptieniveau bestaat er een kantelpunt (tipping point, chasm) waarna het algemeen geadopteerd is en het over voldoende kritieke massa beschikt.
In types van gebruikers (adopters) onderscheidt hij: Innovators, Early adopters, Early majority,  Late majority en Laggards. Diffusion (het langzaam verdwijnen) is afhankelijk van het type adopters en het beïnvloedende innovatie proces.

Het perspectief van de samenleving

Technologische innovaties vonden door de eeuwen heen al plaats, maar het aantal nam in de moderne tijd snel toe. Nieuwe technologieën werden ontwikkeld en konden vaak parallel bestaan naast de oude die ze (deels) vervingen. Als middel van transport zagen we daarbij bijvoorbeeld de ontwikkeling van zeilschepen naar stoomschepen, en de auto, die de paard-en-wagens vervingen.
Met Technologische Transities (TT) beschrijven we hoe technologische innovaties plaatsvinden, algemeen geaccepteerd worden en ingebed raken binnen de samenleving.
Naast de technologische ontwikkelingen betreft TT ook de sociale veranderingen zoals gebruiks-praktijk, regels daaromtrent en veranderingen in bedrijvigheidsketens (supply, productie, distributie), infrastructuur, en zelfs culturele veranderingen.

Multi-level perspective (MLP)
Een van de theorieën over de acceptatie en doorbraak van technologie in de samenleving is het multi-level perspectief (MLP), een analytische methode, die probeert om complexiteit en weerstand tegen verandering in kaart te brengen.
Het MLP positioneert drie analytische en heuristische niveau's die met elkaar interacteren en samenspelen, resulterend in socio-technische systeem transformaties; landschap (macro niveau), regime (meso niveau) en niches (micro niveau).

Het niche-niveau is gedefinieerd als 'focus op radicale innovaties' waar toegewijde actoren bezig zijn met de ontwikkeling van technologische nieuwigheden. Het begint als kleine toepassings-gebieden waarin innovatie technologie wordt getest en toegepast bij innovatieve organisaties en gebruikers. De activiteiten in de niche zijn aanvankelijk sterk gefocust op gebruikservaring, optimalisatie en evaluatie.

Het socio-technische regime wordt gedefineerd met het ontstaan van standaard practices, gewoonten en tradities bij grotere groepen van mensen (de massa). Daar ontstaat een reële erkende basis voor een aantal producten en diensten. Eens hoorden deze producten bij een niche, maar gaandeweg kwam de doorbraak en werden ze 'common practice'. Ook de regel- en wetgeving raakten eraan gewend en de meeste mensen is er vertrouwd mee dat deze producten en diensten bestaan. Iedereen voelt zich er comfortabel bij.

Het socio-technische landschap omvat de algemeen technologische en sociale waarderingen in de samenleving. Het omvat de gestandaardiseerde technologische en infrastructurele waarden als basis voor het functioneren van het bedrijfsleven, de wijze waarop steden vorm krijgen, de aanwezigheid van energie en logistiek. Socio-technische landschappen zijn een integraal onderdeel van de samenleving en haar dominante levenswijzen, in leef-mentaliteit, geloof, gezondheidszorg, economische en politieke ontwikkelingen.

Doorbraak van nieuwe technologieën

Een nieuwe technologie start zijn ontwikkeling op het niche niveau. Vele van deze ontwikkelingen zijn kwetsbaar en sterk afhankelijk van R&D investeringen en mogelijk ook van overheidssubsidies.
Financieel zijn ze nauwelijks interessant, tenzij het komt tot een doorbraak. Maar dat is niet zo eenvoudig, want, op het socio-technische niveau ontmoet de nieuwe technologie enorm veel weerstand. De meeste niche niveau ontwikkelingen komen niet veel verder dan dat niveau.