ONTWERP PRINCIPES

Behoefte aan abstractie

Voor het beschrijven van je ambities als leider heb je een ‘taal’ nodig.
De ‘woorden’ van deze taal moeten je in staat kunnen stellen:

  • Om over (de effectiviteit van) je gedrag na te kunnen denken,
  • Meer precies na te denken over de sterke en zwakke punten van je persoonlijkheid en de soorten rollen die je zou kunnen vervullen,
  • Je ontwikkelingsplannen te concretiseren.
  • En daarover te communiceren met mensen in je omgeving.

Een ‘taal’ kan gebouwd zijn op beschrijvingen in woorden, maar vaak ook gebruiken we algemene concepten en modellen waarmee we onze gedachten kunnen structuren en differentiëren en waarmee we kunnen begrijpen en door anderen begrepen worden. Concepten en modellen representeren de dingen die we trachten te bevatten, analyseren en waarover we kunnen communiceren.

Om iets te begrijpen met hulp van een model (modelmatige voorstelling) is goed, maar het heeft ook zijn keerzijde. Concepten en modellen (paradigma's*) zijn sterke simplificaties van de ‘realiteit’ vanuit een bepaald perspectief. En er zijn voordelen en nadelen aan elk soort simplificatie. We moeten ons bewust zijn dat als we ons strikt aan één model houden, we dingen over het hoofd kunnen zien en dat we de dingen missen die geen plaats hebben gekregen in het model. Dingen die in sommige situaties misschien wel belangrijk zijn.
*) In de wetenschapsfilosofie duidt paradigma op het stelsel van modellen en theorieën dat, binnen een gegeven wetenschappelijke discipline, het denkkader vormt van waaruit de werkelijkheid geanalyseerd en beschreven wordt. Langer bestaande paradigma's worden vaak niet meer bewust beleefd. Onderwijs maakt een paradigma vanzelfsprekend en wordt ervaren als onomstotelijke waarheid. Is het aanvankelijk nog mogelijk om modellen en theorieën aan te passen en bij te stellen, na verloop van tijd is ‘het geloof’ in het paradigma zo sterk geworden, dat anomalieën onbewust over het hoofd gezien worden en afwijkende theorieën zelf ontkend worden. Totdat het bewijs dat het paradigma niet voldoet zo overweldigend wordt, dat een revolutionaire alternatieve ‘waarheid’ de mensen tot nieuwe inzichten doet komen (paradigm shift). Denk bijvoorbeeld aan de Copernicaanse revolutie (het inzicht dat de aarde om de zon draait). En denk bijvoorbeeld aan, erg actueel, het fenomeen van disruptieve innovatie.

Criteria voor de ontwikkeling van de LDT

Voor het ontwerp van de LD Toolbox was het voor LDpe relevant:

  • Dat een formele persoonlijkheidsmeting onderdeel van het proces zou zijn
  • Dat de meetmethode een erkend ‘goede’ methode zou zijn, die overal over de wereld gebruikt wordt;
  • Dat het meetresultaat het startpunt voor persoonlijke reflectie zou zijn;
  • Dat de LDT-vocabulaire gebouwd zou worden rond bekende leiderschapsconcepten en modellen;
  • Dat de gedefinieerde constructen op directe wijze zowel gerelateerd zouden zijn aan de gekozen concepten en modellen, als aan de formeel gemeten persoonlijkheidsdimensies.

Essentieel voor het verdiepen van het inzicht van de deelnemer en van belang voor het aanjagen van zijn reflectie was het ontwikkelen van verhelderende vocabulaire, een ‘gestructureerde taal’.
De vocabulaire van de LDT, de ‘woorden van de taal’ zijn gedefinieerd en gestructureerd in lijn met de meest gebruikte en geaccepteerde modellen en concepten in de domeinen van leiderschap en psychologie.**)
De LDT rapporten helpen de deelnemer met zowel het behouden van het overzicht van wat voor soort leider hij wil zijn/worden en hoe hij dat kan bereiken door middel van bewuste ontwikkelingsstappen. Die rapporten helpen de deelnemer met het uitsplitsen van het overall concept naar sub-concepten en met items die kunnen worden gebruikt als punten voor de persoonlijke ontwikkeling.


**)  We hebben, zoveel als mogelijk, de LDT gerelateerd aan de leidende theorieën. Zie hieronder: